Interview over het afspringen van de fusie tussen WoltersKluwer en Elsevier

Woensdagochtend 11 maart 1998 was ik uitgenodigd bij de uitzending van ontbijt nieuws van de KRO om commentaar te leveren op het afspringen van de fusie tussen WoltersKluwer en Elsevier.

Dieuwertje Blok stelde de volgende vragen:

Vraag: Heeft het afspringen van de fusie tussen WoltersKluwer en Elsevier u verbaasd?

Antwoord: De afgelopen weken deden de geruchten daarover al de ronde, dus het kwam niet als verrassing.

V: Legt u eens uit dat gezelschapsspel tussen hoge heren.

A: Het zijn hooggeplaatste figuren, leden van Raden van Bestuur en hun adviseurs, die kijken of het nog weer beter, nog weer mooier en nog weer groter kan, nog weer betere shareholders value. Dat heeft langzamerhand wat potsierlijke vormen aangenomen.

V: Hoe komt het dat die toppen van het bedrijfsleven dergelijke haken en ogen die er blijkbaar aan vast zitten blijkbaar over het hoofd zien of vinden ze het spel leuker dan het resultaat?

A: u had het al even over euforie, dat is het ook inderdaad. Men jeunt elkaar op: het kan nog mooier en het kan nog groter en men overziet dan de problemen op het gebied van cultuurverandering en van samensmelting. Onderzoek wijst ook uit dat fusies lang niet het resultaat opleveren dat ervan wordt verwacht. Dat geldt voor ongeveer 90% van de fusies!

V: Het is niet altijd een verbetering. Als twee giganten die het heel goed samengaan zou je verwachten dat het nog beter en nog meer winst zou opleveren maar dat werkt niet zo.

A: Nee dat werkt niet zo. In een aantal gevallen wel, maar in een aantal andere gevallen duidelijk niet en dat is nu bij Wolters Kluwer/Elsevier ook aan de hand dat gedurende deze vrijage vooral van de kant van Wolters Kluwer dat er bij Elsevier veel meer mis is dan men gedacht heeft in september/oktober 1997 bij bekendmaking van de voorgenomen fusie.

V: Wat je heel vaak ook hoort is het Europese Parlement: dat ligt dwars. Is dat in de meeste gevallen het breekpunt?

A: Meneer van Miert, Europees Commissaris voor de Mededinging, doet zijn werk met groot enthousiasme. Hij zegt er waren 37 bezwaren van concurrenten binnengekomen tegen deze voorgenomen fusie en 20 “tussenkomingen” van klanten en kopers. Dat is dus nogal wat! Bij de laatsten moet u dus denken aan belastingadviseurs en bibliothecarissen die zeggen dit wordt een te groot monopolie, dan moeten we teveel gaan betalen en wellicht worden uitgaven die zouden moeten worden uitgegeven niet uitgegeven. Van Miert zegt dus: er zijn echt gegronde twijfels aan deze voorgenomen fusie. Hij zegt wel: toch is het vreemd dat Elsevier en Wolters Kluwer zelf voortijdig de zaak hebben afgeblazen, want Van Miert was nog helemaal niet tot een conclusie gekomen

V: In dit geval zijn er dus andere redenen geweest dan dat de Europese regels dat tegenhielden, maar wat is nu de meest voorkomende reden dat fusies tegenwoordig niet doorgaan? Is dat toch de EU?

A: Ik ben geneigd te zeggen andere redenen waarbij de EU de schuld krijgt. Men is in de tussentijd tot de conclusie gekomen dat men in de voorafgaande euforie te ver is gegaan: laten we maar snel op onze schreden terugkomen.

V: Ja ook voordat het voor de aandelen slecht is natuurlijk. Als we de EU de schuld geven is het net alsof in die bedrijven niets mis is.

A: Precies. Een fusie is overigens een overschat middel. Het is soort eindpunt van een langdurig proces van samenwerking en aan elkaar snuffelen over en weer. Iedereen praat met iedereen en er wordt al van alles gecombineerd. Auteurs werken voor beide uitgeverijen, projekten van de ene onderneming worden aangehaakt bij de andere, versnellingsbakken van Volkswagen worden gemonteerd in Rover automobielen, ga zo maar door. Het vinden van een optimale mix van deze samenwerking is veel gezonder en levensvatbaarder dan het middels een fusie vroegtijdig fixeren van de samenwerkingsvorm.

Kennisbank onderwerpen: Concurrentiekracht